#1 Dunas de Maspalomas
Eender welk reisboekje je openslaat over Gran Canaria, Dunas de Maspalomas staat er uitvoerig  in beschreven. Het gaat hier over de grote natuurlijke duinen in het zuidoosten van Gran Canaria. Zeker impressionant om te zien, maar ga er niet naartoe op een hete namiddag, en al zeker niet op je teenslippers. Het zand is heel heet en we konden jammer genoeg niet al te lang rondlopen in de duinen. Op een bepaald moment liepen we zelfs naar de zee om onze verbrandde voetzolen af te koelen.
En psssst, als je dan toch in de Dunas de Maspalomas bent, passeer zeker eens langs ‘La Chacra’, een plaats waar heel veel nestelende vogels en trekvogels verblijven. Wat water, vogels, duinen, de bergen…

#2 Roque Nublo & Roque Bentaiga
Deze twee bergtoppen hebben een speciale betekenis voor deze blog, maar zijn ook zeker de moeite waard om naartoe te trekken. De autorit alleen al door de bergen is adembenemend, hoewel je geen schrik mag hebben van grote stukken haarspeldbochten, steile bergen en rijden aan 4000 toeren (dat clio’tje dat we huurden heeft afgezien). De roque Nublo (1804m hoog) is niet de hoogste berg, maar wel de meest symbolische berg van Gran Canaria. Helemaal op de top staan er twee metershoge rotsen. Met de auto geraak je niet tot boven, maar er is wel een parkeerplaats en een wandelpad dat vanaf daar vertrekt. Het is een mooie wandeling van ongeveer 20 minuten, maar door de losliggende rotsen zijn goede schoenen toch noodzakelijk… Boven word je getrakteerd met een adembenemend uitzicht over het binnenland van Gran Canaria en Twee metershoge rotsen die helemaal bovenop de berg staan.

#3 Puerto de Mogan
Op een van onze roadtrips passeerden we in Puerto de Mogan en we werden meteen verliefd op het kleine Venetië (zoals ze dit stadje zo mooi noemen in Gran Canaria). Het is een gezellig havenstadje met karakter en heeft door het water dat door het stadje loopt inderdaad iets weg van Venetië. Zelf verbleven wij in Puerto Rico, een leuk stadje, maar zeer toeristisch, zonder karakter en het voelde eerder kunstmatig aan. Bij Puerto de Mogan hadden we dat gevoel stukken minder, en het is ons ook duidelijk dat als je in Gran Canaria verblijft, je beter kiest voor een overnachting in dit stadje.

#4 Westkust
Tijdens een lange roadtrip reden we de westkust af. Zeer mooie droge landschappen en allemaal steile kleine wegen vol haarscherpe bochten. Net op het punt dat we bijna zouden terugkeren kwamen we op een spectaculair uitzicht over de wilde Atlantische oceaan. Het is het uiterste westerse punt van Gran Canaria. Weet vooral dat je je niet kan missen, na een halfuur rijden zonder een kat tegen te komen, vind je opeens een plek waar een auto of 6 zich kan parkeren, op de parking vind je ook een klein eetkraampje. De man in het kraam kwam meteen enthousiast naar ons lopen en stak een of ander hapje in ons handen. Geniaal. Ik wil niet weten hoe lang die meneer elke dag onderweg is naar zijn werk, om dan amper 10 toeristen (want spijtig genoeg geraken veel toeristen niet verder dan het zwembad / strand) per dag een hapje te geven en wat hapjes en drankjes te verkopen.
Hoewel het zuiden lekker warm is, was het westen héél erg winderig en stukken frisser, als je de westkust afrijdt zul je dit zelf wel ondervinden!

#5 Caldera de Bandama
De Caldera de Bandama is een oude vulkaan krater. Hij is al lang niet meer actief, maar voelt nog altijd warm aan (of is dat door het zwarte zand? gniffel gniffel). Vanop de Pico de Bandama kan je de krater van de vulkaan heel goed zien. En nog een grappig weetje om af te sluiten… Het meest eenzame huis in Gran Canaria? Dat ligt IN de vulkaan… Ooit woonde daar een boer, en zijn huisje had het absurde huisnummer 44. Toen we de wandeling in de krater maakten vroegen we ons écht af hoe iemand in zo een warme, afgelegen, heel stille én droge omgeving kon wonen…